In dit artikel neemt consultant Tijmen Wobben je mee in de wereld van neurodiversiteit op de werkvloer en laat hij zien hoe facilitaire keuzes het verschil maken tussen aanhaken of afhaken.
Neurodiversiteit gaat over de variaties in het menselijk brein. Ieder brein is anders en functioneert en ontwikkelt zich op een unieke manier. Ongeveer 20% van je collega’s verwerkt informatie, geluid of sociale signalen op een andere manier dan wat bekendstaat als ‘de norm’. Denk aan mensen met ADHD, autisme, dyslexie, hoogsensitiviteit of hoogbegaafdheid. Dit vraagt iets van hoe we samenwerken, communiceren en de werkomgeving inrichten. Wat de één energie geeft – bijvoorbeeld een bruisend bedrijfsrestaurant – kan voor de ander overprikkelend zijn.
Toch worden werkomgevingen in facilitair- en HR-beleid vaak ingericht voor de ‘gemiddelde werknemer’. Neurodivergente collega’s blijven daarin onderbelicht, wat kan leiden tot overbelasting en uitval. Zeker in de huidige arbeidsmarkt, waar personeelstekorten oplopen, ziekteverzuim stijgt en de mentale belasting groeit, is het belangrijk om anders te kijken naar werk en werkomgeving. Medewerkers zoeken autonomie, maar ervaren groepsdruk door gegeneraliseerde werkwijzen. Voor neurodiverse collega’s is de belasting vaak nóg groter. Zij moeten zich constant aanpassen aan een omgeving die niet altijd met hen meedenkt. Inclusieve werkplekken zijn dus cruciaal, voor iedereen.
Hoe een werkplek is ingericht is nooit neutraal. Facilitaire diensten beïnvloeden hoe mensen functioneren, samenwerken en zich voelen. Is er keuze tussen een open ruimte of een stiltezone? Mag je videobellen of moet je fysiek aanwezig zijn? Zulke keuzes bepalen of medewerkers tot bloei komen of juist afhaken.
Wat voor de één goed werkt – open ruimtes, spontane overleggen, werken onder druk- kan voor de ander verlammend zijn. Toch blijven veel organisaties kiezen voor ‘gemiddelde’ oplossingen. Het lijkt veilig, maar sluit juist mensen uit. Kleine aanpassingen maken al een groot verschil: stuur informatie vooraf, bied keuze in werkplekken, accepteer videobellen als volwaardig alternatief. En stel gewoon eens de vraag: “Wat helpt jou om goed te werken?”
We willen meer samenwerking, vitaliteit en hybride werken. Maar in de praktijk wordt het vaak te vlak ingevuld:
Dit zijn uniforme oplossingen voor een diverse groep mensen. Voor neurodivergente collega’s vormen dit juist de triggers die leiden tot overprikkeling, onduidelijkheid en verminderde productiviteit. Ze haken hierdoor af, omdat de werkomgeving en cultuur hen belemmert. Niet omdat ze niet mee willen doen.
Een inclusieve werkomgeving hoeft niet ingewikkeld of duur te zijn, wel doordacht. Denk aan:
Zorg dat er een passende (werk)plek is voor iedereen.
Dit creëert duidelijkheid over het doel en context van het overleg en kan meer rust bieden.
Zo geef je ieder de vrijheid om te werken waar ze dit het fijnst vinden.
Dat schept focus op wat er echt toe doet.
Daarmee creëer je ruimte voor verschillen en haal je het beste uit ieder individu.
Uit onderzoek van Harvard Business Review blijkt dat teams met neurodiverse collega’s tot 30% productiever kunnen zijn dan teams zonder deze mix. De echte winst zit in iets groters: door in te spelen op de verschillende behoeften ontstaat meer verbinding, loyaliteit, innovatie en werkplezier.
Bij VFM Facility Experts geloven we in een inclusieve houding in het faciliteren van verschillende werkwijzen. Breinvriendelijk organiseren begint niet bij regels of beleid, maar bij nieuwsgierigheid. Niet: hoe regelen we het voor iedereen tegelijk? Maar: hoe zorgen we dat ieder brein kan meedoen? Laten we beginnen bij één simpele vraag: wat heb jij nodig om goed te werken?
VFM legt de verbinding tussen dienstverlening, organisatiedoelen, facilitaire organisaties en opdrachtnemers.